Hein baalt. Hij blijft deze zomervakantie gewoon met zijn ouders en zusje in Amsterdam. Er komt een Hongaarse jongen uit een kindertehuis bij hem logeren. Laszlo. Drie weken lang! Hij heeft er helemaal geen zin in. Wat moet hij met zo'n vreemde jongen in huis? Hein was ondertussen naar zijn kamer gerend. Hij gluurde uit het raam. Op de stoep waren zijn ouders nog bezig om de hond Kira en Laszlo aan elkaar te laten wennen. Van hen had hij voorlopig even geen last. Hein ging tevreden achter zijn computer zitten. Al snel was hij helemaal opgenomen door het spel.'Kijk Laszlo, dit is Hein zijn kamer.' Verstoord keek Hein op. Zijn ouders, Mirte en Laszlo kwamen zijn kamer binnen. 'Bhahoem,' klonk het vanuit de computer. 'Shit!' riep Hein. 'Nou ben ik dood.' Nieuwsgierig keek Laszlo in het rond. Als hij maar met zijn poten van mijn computer afblijft, dacht Hein. Anders maakt hij hem vast kapot. Laszlo keek naar het stapelbed. Hij ging op het onderste bed zitten en begon zijn rugzak uit te